Volg ons op facebook

Flora en fauna

Op deze plaats in onze mooie website zijn wij een overzicht  aan het opbouwen van de flora en fauna van de  meest kenmerkende landschappen van Teylingen. Neem dus regelmatig een kijkje hier en aarzel niet om ons van feedback te voorzien. Letwel, in de selectie hieronder zijn alleen soorten opgenomen die daadwerkelijk in (een van) de landschappen zijn waargenomen.

Voor meer diepgaande informatie verwijzen wij regelmatig via een link naar verschillende organisaties, zoals bijvoorbeeld Vogelbescherming.nl en Zoogdiervereniging.nl

Aangelegd landschap / Koudenhoorn.

Koudenhoorn dankt zijn bestaan deels aan de zg. RODE LIJST, waar onder andere de  NOORDSE WOELMUIS (zie verhaal bij het veenweidegebied) de RUGSTREEPPAD de GROENE KIKKER, de KAMSALAMANDER en de HAAS op voorkomen.

De rugstreeppad is ca. 5 centimeter groot. Hij is veel kleuriger dan de gewone pad.

De haas kan regelmatig worden gespot op Koudenhoorn. Konijnen en hazen behoren niet tot de knaagdieren, maar tot de haasachtigen (of dubbeltandigen), een aparte diergroep. Het gaat helaas niet goed met beide dieren, daarom staan ze sinds kort op de rode lijst.

FAUNA / VOGELS:

ROOFVOGELS: 

Op Koudenhoorn kun je in het donker jagende uilen tegenkomen. Met name de ransuil maar ook de kerkuil en steenuil.

De ransuil heeft lange, vaak omhooggerichte oorpluimen en oranjegele ogen. 

De kerkuil heeft een hartvormig wit tot bruinachtig gezicht.

De steenuil is een kleine uilensoort, net iets groter dan een merel.

De buizerd komt algemeen voor in Nederland. Zijn kreet kun je vaak boven Koudenhoorn horen. Het is een roofvogel van het open land en zie je vaak op en paal zitten. Hij kan donkerbruin zijn maar ook bijna helemaal wit.

sperwer  De sperwer heeft korte, brede vleugels en lange poten waarmee hij zangvogels in bossen en tuinen kan vangen.

Ook de havik komt rond Koudenhoorn voor. Hij wordt wel eens verward met een vrouwtjessperwer maar zijn kop steekt meer uit en hij is forser gebouwd met een kortere staart en langere en meer puntige vleugels.

De torenvalk is vooral bekend door het bidden, dat je vaak langs de weg ziet. Het is een kenmerkende vogel van het open land in Nederland. Pakt uitsluitend prooien van de grond.

De bruine kiekendief is de meest algemeen voorkomende kiekendief in Nederland. Hij houdt van riet en moerassen en broedt langs de Kagerplassen.

ZANGVOGELS:

KRAAI-ACHTIGEN:

PARKVOGELS:

FAZANT Met name de mannetjes fazant heeft fraaie kleuren en de vrouwtjes hebben een bruin camouflagekleed en de kans is groot dat je er op Koudenhoorn een tegenkomt of hoort. De fazant kwam oorspronkelijk alleen in bepaalde delen van Europa voor maar de Romeinen hebben hem om zijn vlees over grote delen van (West-) Europa verspreid

WEIDEVOGELS: (boerenlandvogels)

ZWALUWEN verblijven van april t/m oktober in Nederland. Ze overwinteren in Afrika. Ze leven van insecten die ze tijdens de vlucht vangen. Rond Koudenhoorn kun je BOERENZWALUW, de HUISZWALUW, de OEVERZWALUW en de GIERZWALUWtegenkomen.

VOGELS IN EN ROND HET WATER:

De aalscholver, een donkere grote watervogel met gehaakte snavel, kun je bij veel binnenwateren in Nederland aantreffen. Aalscholvers die met gespreide vleugels hun veren laten drogen is een vertrouwd beeld op Koudenhoorn

ijsvogel De blauwe flits van de ijsvogel zien we regelmatig, vergezeld van een een fluitende roep over de wateren rond ons eiland flitsen. Hun nesttunnel graven ze zandige of lemige steile oeverranden.

De baardman wordt zo genoemd vanwege zijn bakkebaarden. Het is een echte rietvogel waarin deze behendige vogel insecten vangt.

De watersnip is een snip met een lange snavel. Deze meer zeldzame wordende vogel is gelukkig nog vaak in de polders rond de Kagerplassen te zien.

De waterral laat zich niet gemakkelijk zien maar je kunt hem wel horen. Hij is bruin gestreept met gestreepte flanken, een deels grijze kop en een lange rode snavel.

De oeverloper zie je met name tijdens de vogeltrek langs wat meer kale oevers lopen.

De ooievaar broedt o.a. op een ooievaarsnest in Warmond en wordt al eeuwenlang gezien als brenger van geluk en nieuw leven. Midden jaren ‘70 was de ooievaar zo goed als uitgestorven in Nederland maar met behulp van ooievaarstations doet de soort het nu weer goed.

De blauwe reiger is een weinig schuwe reiger die vis eten maar ook mollen, muizen en grote insecten zoals sprinkhanen. In het bos van het Huys te Warmond bevindt zich een reigerkolonie.

De grote zilverreiger komt eigen uit Zuid-Oost Europa maar komt hier steeds meer voor, met name ook in de winter.

De lepelaar broedt o.a. samen met blauwe reigers in het park van het Huys te Warmond.

EENDEN:

De krakeend is de laatste tijd fors in aantallen toegenomen in Nederland. Hij broedt relatief laat in het voorjaar.

De tafeleend is een duikeendsoort die we met name in herfst, winter en het vroege voorjaar kunnen spotten.

De wintertaling is een kleine eendensoort met een fraaie tekening die met name in de winter in ons land verblijven.

De schuwe dodaars is de kleinste futensoort van Nederland.

De slobeend heeft een brede platte snavel. De mannetjes hebben een groene kop, witte borst en bruine buik en flanken. De vrouwtjes lijken op de wilde eend.

De krooneend komt oorspronkelijk uit Azië en zie je rond meren met rijke oever- en onderwatervegetatie. Pas sinds 1942 broeden krooneenden in Nederland.

GANZEN EN ZWANEN :

De nijlgans  (is eigenlijk een eend…)is een Afrikaanse soort die sinds het einde van de jaren ‘60 in Nederland een gewone verschijning is geworden. Ontsnapte siervogels wisten zich net als in andere West-Europese landen goed te handhaven. 

Net als veel andere ganzen is de grauwe gans een heel sociale vogel en vormen ze paartjes voor het leven.

De grote canadese gans is een gans uit Noord-Amerika en Canada. Ooit ontsnapte volière- en parkvogels vormden in Nederland een populatie. De gans is vanaf 1975 broedvogel in Nederland.

De brandgans is pas sinds 1984 broedvogel in Nederland. Hij komt oorspronkelijk uit onherbergzame gebieden in Spitsbergen, Groenland en Noord-Rusland.

ZOOGDIEREN: 

De haas kan regelmatig worden gespot op Koudenhoorn. Konijnen en hazen behoren overigens niet tot de knaagdieren, maar tot de haasachtigen (of dubbeltandigen), een aparte diergroep. Het voornaamste verschil is dat haasachtigen achter de grote bovensnijtanden een paar stifttanden hebben staan, in tegenstelling tot knaagdieren.

De  mol. De vele molshopen die je ook op Koudenhoorn kunt aantreffen worden gevormd door aarde die vrijkomt bij het graven van mollengangen. (Talpa europaea) een zoogdier en insecteneter die het grootste deel van zijn leven onder de grond doorbrengt. De mol is slechtziend maar niet blind.

De veldmuis (Microtus arvalis) behoort net als de Noordse woelmuis ook tot de woelmuizen. De veldmuis heeft op zijn rug een dof geel- tot bruingrijze, zachte vacht en zijn buik is vuilwit tot lichtgrijs. Verwarring met andere woelmuizen kan optreden. Wel houden veldmuizen van droge voeten**.**

De muskusrat (Ondatra zibethicus) is grijs-wit en bruin. Hij komt oorspronkelijk uit Noord-Amerika, is hier ingevoerd en daarmee een exoot. Hij richt schade aan aan dijken.

Landgoederen

Veenweide gebied

Noordse Woelmuis

De totstandkoming van Koudenhoorn is zeker ook te danken aan de Noordse Woelmuis. Men ontdekte namelijk dat dit zeldzame, beschermde zoogdiertje hier voorkwam. Logisch toch dat het Natuur Ontdekking Centrum Koudenhoorn de Noordse Woelmuis als logo gekozen heeft? Meer wetenswaardigheden over de Noordse Woelmuis vind je hier

Hieronder nog een actueel bericht: Door verdroging en concurrentie van andere muizen hangt de toekomst van de noordse woelmuis in Friesland aan een zijden draadje… Hoe zou dat op Koudenhoorn zijn?

Bollenvelden

apr. 28
Aankomende activiteit

Lees verder

© Copyright Koudenhoorn Warmond - A Mister Hugo website